Co-ouderschap stopt niet, ondanks bezorgde moeder

co-ouderschap blijft

Kan de bestaande co-ouderschapsregeling worden gestopt, zodat vader een beperkte omgangsregeling krijgt?

Nee het co-ouderschap blijft in stand. Zorgen bij één ouder over een co-ouderschapsregeling zijn onvoldoende voor het wijzigen van de regeling.

Waarom stopt co-ouderschap niet?

Het door één ouder wantrouwen, beschuldigen en verwijten zonder bewijs is onvoldoende om een co-ouderschapsregeling te stoppen. Zeker niet wanneer de kinderen de co-ouderschapsregeling prettig vinden.

Wat is de bestaande co-ouderschapsregeling?

De gewone rechter heeft 10 maanden geleden de volgende co-ouderschapsregeling vastgesteld voor 2 kinderen (3 en 5 jaar). 

  1. Hoofdverblijf 3 jarige is bij vader
  2. Hoofdverblijf 5 jarige is bij moeder
  3. Co-ouderschap verdeling is 50%-50%
  4. Per 14 dagen zijn er 4 wisselingen
  5. Ene week wisseling op woensdag en zondag
  6. Andere week wisseling op donderdag en zondag

Waarom wil moeder een andere regeling?

Moeder gaat in hoger beroep en wil dat beide kinderen hoofdverblijf bij haar hebben en dat vader slechts een omgangsregeling krijgt. Ze maakt zich namelijk zorgen over de co-ouderschapsregeling, omdat:

  1. de wisselmomenten te onregelmatig zijn
  2. en daardoor rust en regelmaat ontbreekt
 
Bovendien betwijfelt moeder of vader wel het beste met de kinderen voor heeft. Ze vindt namelijk dat:
 
  1. vader geen goede verzorging en opvoeding biedt
  2. de kinderen zich ongelukkig/onveilig voelen

 

Moeder heeft vader eerder trouwens vals beschuldigd van seksueel misbruik, maar is later op die beschuldiging teruggekomen.

Hoe ziet vader de situatie?

Vader heeft wel vertrouwen in opvoeding door moeder. Ook geeft hij aan dat hij ook al tijdens de relatie een groot deel van de zorg van de kinderen had.

Wat oordeelt de rechter?

De rechter ziet niet dat het stoppen van de co-ouderschapsregeling in het belang van de kinderen is, en daarom blijft het co-ouderschap.

De rechter baseert zijn oordeel op de onderstaande:

  1. er ontbreekt bewijs dat vader de kinderen niet de adequate verzorging en opvoeding biedt.
  2. de ouders proberen de kinderen zoveel mogelijk buiten de strijd te houden.
  3. beide ouders hebben het beste met de kinderen voor.
  4. de kinderen kunnen zich voor hun leeftijd goed ontwikkelen.
  5. de ouders hebben hun werk inmiddels afgestemd op de co-ouderschapsregeling.
  6. de kinderen zijn inmiddels gewend aan de 10 maanden lopende regeling en wisselmomenten.
  7. moeder wantrouwt de vader en andersom niet
  8. vader nam tijdens de relatie ook een groot gedeelte van de zorg voor zijn rekening.
 

Uitspraak: Hof Den Bosch, 15-11-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4694

Toelichting

Wat in het belang van het kind is, is natuurlijk niet volledig objectief. En bovendien zijn niet alle kinderen, gezinnen en omstandigheden hetzelfde. Dus verschil zal er altijd zijn van wat de ene ouder het beste voor de kinderen vindt t.o.v. de andere ouder.

Wat helaas kan gebeuren is dat wantrouwen, dat tijdens de relatie tussen partners is ontstaan, ten onrechte automatisch tot de conclusie leidt dat de ex-partner ook in de ouderrol niet te vertrouwen is.

Als ouder is het de kunst om het persoonlijke wantrouwen richting de ex-partner niet automatisch mee te nemen in de nieuwe en veranderde relatie tussen de kinderen en de andere ouder.

disclaimer | privacy | voorwaarden | sitemap

© Echtscheidingaanvragen.nl 2021